maandag 8 december 2008

Meer dan niets...

“Oaria raio (oba, oba, oba) / Mas que nada / Sai da minha frente / Eu quero passar / Pois o samba esta animado / O que eu quero e sambar (More than anything, get out of my way. Cause I want to pass through. There’s a lively party and I want to dance)"

We zijn nu een week bezig met dagelijkse workshops -van 13u tot 17u- voor dans, kostuum, theater/woord & muziek. De opkomst is overweldigend: vanaf dag 1 vonden telkens minstens 100 geïnteresseerden de weg naar Ipelegeng. En sinds vrijdag is hier de schoolvakantie begonnen wat ons gelijk 70 extra kinderen oplevert. Er zijn trouwens zoveel kinderen dat de grande finale, de parade door Soweto op 20 december, een gigantisch kinderfestijn gaat worden. Dat is op zich fantastisch en onverhoopt.

Het zorgt er ook wel voor dat het op organisatorisch vlak alle hens aan dek is. We hebben onze voorbereidende ochtendvergaderingen en de nabeschouwende avondmeetings meer dan nodig om alles een beetje in goede banen te leiden. Ondertussen wijden Ignace en ik ons aan de boodschappen en het prepareren van 100 à 200 felbegeerde boterhammen en emmers vol fruitsap voor de pauzes van 15u. We zijn dus met z’n allen volcontinu 100% bezig met murga, murga en nog eens murga. Behalve dit weekend: er stond een redelijk nageleefd verbod op het uitspreken van het ‘m-woord’. Toen we vrijdagavond uit eten gingen in Melville leverde dat vooral hilarische taferelen op. Maar over ons lamme, tamme weekend later meer.

Eén van de redenen dat het murgavirus hier zo massaal aanslaat, is zeker de hele aanpak van het project: Ignace, Jaak en Junior arriveerden hier een week vroeger om de verenigende kracht van murga te promoten via flyers en schoolbezoeken. Groot was hun verbazing en opluchting toen ze merkten dat de leidinggevende figuren waarmee er vanop 9000 kilometer al contact was geweest al een groot stuk van de promo hadden ter harte genomen. Die leaders zijn enorm belangrijk: zonder de tussenkomst van een Jovi of een Luchia, twee coole en zéér geëngageerde en getalenteerde kerels, zouden Enrique (Kike) en Tijl hoegenaamd weinig orde in hun groep muzikanten (vijftig man!) gekregen hebben. Dankzij het gezag van zulke jonge kerels konden Kike en Tijl de melodie van ‘Mas que nada’ lanceren. Daags voordien hadden we allemaal al zo’n ogen getrokken toen enkele gasten vlotjes een ‘Guantanamera’ begonnen te tokkelen en zingen. Het werd uiteindelijk ‘Mas que nada’ dat superenthousiast wordt meegebruld mét de originele Spaanse/Portugese tekst. Iets later werd een deel van de tekst magistraal aangepast.

Aanvankelijk hadden Tijl en Kike vooral een speelse en drukke club van ravottende kinderen die zich voornamelijk verbaasden over Kike’s tattoo’s en Tijl z’n lange haren. After the Jovi-Luchia-touch they had a band! Zo werd ‘Mas que nada’… ‘In Soweto’. Na de workshops kwam de hele bende van 170 man samen voor een eerste toonmoment. En iedereen brulde, zong en danste mee:

“Ooo madiha-ayo (for vaar, for vaar, for vaar) / In So-we-to / Si llegua la murga no podes parar / La fiesta esta animada / Readibusaaaaaa…”
Wat zoveel betekent als: “Er is hier niets, we hebben amper geld (voorwaar, voorwaar, voorwaar) in Soweto. Maar als de murga passeert kan je niet blijven stilstaan, we bouwen een feestje en ’t is… fééééést!”

Nee, er is hier niets of niet veel. Maar more than anything hebben deze mensen de kracht om al hun talenten in te zetten voor iets wat hen tot voor een week compleet onbekend was: that crazy thing called murga.

Er is hier méér dan niets, véél meer…

Good mornin'...!

De langverwachte eerste berichtjes...

- Good mornin’…
- Good morning, how are you?
- Fine fine, and how are you?
- Fine, thank you, Mama Josephine


Het is ochtend in Ipelegeng, het Community Centre in White City Jabavu. Da’s de officiële naam van onze verblijfplaats maar de naam White City wordt meestal weggelaten want is niet (meer) op z’n plaats… we zijn trouwens zowat de enige white people in heel Soweto maar dit terzijde. Ook over Soweto zelf: later meer.

De ochtend lijkt hier traag op gang te komen. Al mag je niet vergeten dat de zon hier nu al op is rond 5u30 en dat de dag dan echt wel begint. Vroeg opstaan is voor ons geen must maar wel een aanrader: je ziet iedereen toekomen… Mama Josephine met de was, mama Maria die de keuken runt en –iedereens favoriet- mama Brenda, zowat de oudste werkneemster hier, die heerlijke cakes maakt en verkoopt. Na een paar dagen verneen we dat mama Brenda trouwens eigenlijk Coco Thetseng heet dus spreken we haar vanaf nu uit respect aan met haar Afrikaanse naam. Je hoort dat hier wel vaker: een meisje stelt zich voor als Grace maar dat is enkel haar ‘Westerse’ naam, anderen geven dan weer trots hun African name. Leven in twee culturen, dat geldt ook hier. En het getuigt natuurlijk van respect om mensen bij hun juiste naam aan te spreken. Dat lijkt evident… ‘respect’… zoals zoveel andere dingen. Maar dat is het niet… Respect is hier zoveel meer dan ‘onze’ westerse invulling ervan…

- Good mornin’!
- H)ow iez iet…
- Sharp-sharp…
- Good… good…


Mannen zeggen anders goeiedag, stoerder (of wat dacht je…? ;-). We proberen allemaal hun ingewikkelde handshake te leren: je haakt elkaars vingers ineen, dan ga je ‘duimvechten’ en je ‘knipt’… but then again: er zijn veel soorten handshakes en soms doe je alleen een ‘knuckle rub’. Om nog maar te zwijgen van ‘wola’ –dat je beantwoord met wola of etah. Wij kennen dat ook natuurlijk, van de hiphopcultuur, maar de lokale invulling is net dat tikkeltje anders. ‘Rie-spèct’!

Daar heb je het weer: respect. Er is tijdens de voorbereiding van onze reis op gehamerd dat respect héél belangrijk is in Zuid-Afrika. En dat merken we continu. In België lopen we langs elkaar heen zonder boe of ba, hier kan dat écht niet. Niet groeten is voor hen een teken dat jij je superieur voelt als blanke. Verlegenheid kan in feite ook niet: het komt heel arrogant over. Die houding verwacht men ook van blanken, het is niet anders geweest door de geschiedenis heen… Reden temeer voor ons om steeds alert te zijn voor die gevoeligheden. We zeggen dan ook honderd keer per dag ‘ello, ow are you’ en ‘hi, ow is it’.

Dat gaat ver: onbekenden die we op het marktje passeren, zeggen in het passeren continu wola. En geen weder-wola geven is really not done. Jovi, één van de leaders hier, legde het zo uit: ‘you acknowledge each other’s presence, each other’s existence, and the fact that you are somehow connected’. Daar word een mens stil van. Die continue ‘aanwezigheid’ is best vermoeiend soms. Maar je krijgt en geeft respect. It’s so important. En we krijgen er heel wat voor terug: het enthousiasme van de gemiddeld 130 (!) deelnemers aan de Murga workshops is ongelofelijk overweldigend. We kunnen het nu al zeggen: Murga Soweto is goed op weg om een groot succes te worden…! Maar daarover later meer. Zonnige murgagroeten. Etah!